door William Schnell
WOORD VOORAF
Gewijd aan de nagedachtenis van mijn vader, die, terwijl hij stervende was, tot mij zei: “Jongen, hebben we gedwaald in ons geloof?”
Door Gods genade ben ik een Christen. God vond mij in mijn prille jeugd. Nog heel jong werd ik reeds verleid toe te treden tot de Wachttorenorganisatie en later werd ik een slaafse volgeling. Daar mijn geestelijk leven verschraalde, deed ik wanhopige pogingen om vrij te komen. Elke poging liep alleen uit op diepere slavernij. Twee keer dacht ik weer vrij te zijn, maar gleed ik terug in de afgrond. Nu echter ben ik een vrij man.
Door Gods genade kwam ik tot vrijheid, toen Hij mij ophief na een nacht van gebed en ik zo opgewonden en vol geestelijk leven werd, dat ik de Here een gelofte deed. Die nacht werd ik vrij.
Met het schrijven van deze geschiedenis over mijn dertig jaren van slavernij vervul ik deze gelofte, die mij door Gods genade tot vrijheid bracht. En nu is het geen geleerde verhandeling, die u hier zult lezen. Het is eenvoudig het aangrijpend verhaal over een slavernij, zo diep, dat ik er dertig jaar voor nodig had om vrij te worden. Door te onthullen hoe iemand al meer in slavernij geraakt, dien ik een Christelijk doel.
Als u reeds als Jehovah's Getuige in deze slavernij verzonken bent, weet ik dat deze onthullingen u zullen helpen tot het juist waarderen van uw toestand en in plaats van in het donker rond te tasten, zult u de enige juiste weg vinden om er uit te komen, die ik ook mocht leren na veel zelfonderzoek en na heel wat pogingen en mislukkingen. Als u geen Jehovah's Getuige bent, dan zult u door het lezen van deze geschiedenis van mijn dertigjarige slavernij vooraf gewaarschuwd zijn en goed uit uw ogen zien.
In elk geval wil dit boek u een grote zegen aanbieden. De inkt, die gebruikt werd om het te drukken, mag dan dit verhaal zichtbaar voorstellen, zijn geestelijke inhoud en gedachten werden geschreven met mijn hartenbloed en met gevoelens van kwelling en worsteling, die ik onderging in een hel, die voor mij veel levendiger was dan de inferno van Dante.
Ik koester geen wrok tegen mijn voormalige broeders. Ik heb geen zelfzuchtige bijbedoelingen bij het schrijven van dit verhaal. Ik heb slechts één grote taak te volvoeren en die is:
Ik moet een gelofte vervullen, die ik voor God aflegde, toen Hij mij weer in de vrijheid zette: weer een christen te zijn!
Youngstown, Ohio.
W. J. Schnell.