Is 1914 belangrijk in de bijbelse profetie?

Samenvatting

Het Wachttoren Genootschap leert, dat het jaar 1914 een 'belangrijk jaar in de bijbelse profetie' is, omdat volgens de Wachttoren toen de 'tijden der heidenen' geëindigd zouden zijn, en Jezus koning in de hemel zou zijn geworden. Om tot "1914" te komen wordt een serie van redeneringen en gevolgtrekkingen toegepast. Worden deze stappen van de redenatie echter onderzocht, dan blijkt de conclusie dat 1914 een belangrijk jaar in de bijbelse profetie is totaal ongegrond.

 

Inhoud

1. Het belang van "1914" voor de Wachttoren
2. Hoe komt men tot "1914"?
3. Is deze redenering juist?
4. Conclusie

 

1. Het belang van "1914" voor de Wachttoren

Het jaartal 1914 staat absoluut centraal in geloofsovertuiging van Jehovah's Getuigen. In dit jaar, zo wordt geloofd, eindigden de 'tijden der heidenen' waarover Jezus in Lukas 21:24 spreekt[1], en begon Jezus als Koning van Gods Koninkrijk in de hemel te regeren[2]. Het 'goede nieuws' dat Jehovah's Getuigen van-huis-tot-huis verkondigen is dan ook het koninkrijk dat sinds 1914 in werking is[3].

Direkt ná 1914 kwam Jezus de "geestelijke tempel inspecteren[4], veroordeelde alle andere religies, en verkoos Jehovah's Getuigen, omdat dezen de enigen waren die waakzaam waren ten opzichte van de gebeurtenissen in 1914[5], en hun best hadden gedaan 'geestelijk voedsel te rechter tijd' uit te delen. In 1919 stelde Jezus de Wachttoren-organisatie als de "getrouwe en beleidvolle slaaf" aan[6]. Omdat de Wachttoren door Jezus werd uitgekozen, is het Gods organisatie, Zijn kanaal voor communicatie met de aarde[7].

Er kan met recht gezegd worden dat het volledige geloofsbouwwerk van het Wachttoren Genootschap rust op dit cruciale jaartal 1914.

 

2. Hoe komt men tot "1914"?

Het jaartal "1914" is dus gebaseerd op het idee dat toen "de tijden der heidenen" geëindigd waren en Jezus in de hemel begon te regeren. De onderstaande afbeelding, die verscheen in Ontwaakt! van 22 april 1974, illustreert dit treffend:

De berekening

De Wachttoren-uitgave "Wat leert de bijbel echt?", blz. 216-218[8] beschrijft hoe men tot deze conclusie komt. De hoofdpunten van deze redenering zijn hieronder op een rij gezet:

 

  1. In Lukas 21:24 zei Jezus dat Jeruzalem door de natiën worden zou worden vertreden totdat de "bestemde tijden der natiën" zijn vervuld;

  2. Het "vertreden" begon in 607 v.G.T., toen volgens de Wachttoren Jeruzalem door de Babyloniërs werd verwoest;

  3. In de droom van Nebukadnezar in Daniël 4:10-16 wordt een reusachtige boom werd omgehakt. De wortelstronk stronk moest blijven staan. Een engel zei dat er zo zeven tijden voorbij moesten gaan;

  4. In de bijbel symboliseren bomen soms regeringsmacht (Ezechiël 17:22-24; 31:2-5). Volgens de Wachttoren duidt het omhakken van de symbolische boom de onderbreking van Gods heerschappij, vertegenwoordigd door de koningen in Jeruzalem.

  5. De "zeven tijden" voor Nebukadnezar hebben volgens de Wachttoren ook een grotere vervulling, en wel voor het ’vertreden van Jeruzalem’, wat ook „zeven tijden” zou duren;

  6. Volgens Openbaring 12:6, 14 zijn drie en een halve tijd gelijk aan duizend tweehonderd zestig dagen. "Zeven tijden" = 2x 1260 = 2520 dagen;

  7. Op grond van Numeri 14:34 en Ezechiël 4:6, waar wordt gesproken over „een dag voor een jaar”, en wat volgens de Wachttoren een algemene regel is, worden de „zeven tijden” omgerekend tot 2520 jaar;

  8. De 2520 jaar, en daarmee „de bestemde tijden der natiën”, begonnen in 607 v.G.T., toen Jeruzalem werd verwoest en eindigden in 1914. Toen werd Jezus Christus als Gods hemelse Koning geïnstalleerd (Psalm 2:1-6; Daniël 7:13, 14.).


Samengevat ziet dit er volgens het boekje "Redeneren aan de hand van de schrift", blz. 88, aldus uit:

 

3. Is deze redenering juist?

Lijkt bovenstaande berekening complex, of misschien vergezocht? En is het een verantwoorde manier van bijbeluitleg? Een keten is slechts zo sterk als de zwakste schakel, en de keten van redeneringen die de Wachttoren aan elkaar verbindt om tot de einddatum in 1914 te komen bevat verschillende aannames waar vraagtekens bij gezet dienen te worden. Enkele hiervan worden hieronder besproken.

Probleem #1: van profetische jaren naar letterlijke jaren

De Wachttoren beschouwt de "zeven tijden" als zeven profetische, of bijbelse, jaren van 12 x 30 = 360 dagen[9]. Merkwaardig genoeg worden deze profetische jaren van 360 dagen vervolgens als jaren op de Gregoriaanse kalender, waar een jaar 365,25 dagen duurt, gerekend om tot "1914" te komen.

De bijbelse of profetische jaren van 360 dagen gelijkstellen aan de jaren van 365,25 dagen volgens de Gregoriaanse kalender is simpelweg een geval van appels met peren vergelijken, en dit leidt dan ook tot een significant verschil in lengte van de periode als we dit zouden berekenen:

  • 2520 jaar x 360 dagen = 907.200 dagen
    (op de Gregoriaans kalender zou dit slechts circa 2484 jaar zijn in plaats van 2520)

  • 2520 jaar x 365,25 dagen = 920.430 dagen
    (in profetische jaren zou dit neerkomen op circa 2557 jaren)

De "zeven tijden" kunnen derhalve onmogelijk als 2520 jaren zoals wij die kennen worden opgevat, en derhalve loopt de berekening hier direkt spaak.

Probleem #2: "een jaar voor een dag"— is het een regel?

Om van 2520 dagen tot evenzovele jaren te komen betoogt de Wachttoren dat er volgens Numeri 14:34 en Ezechiël 4:6, waar wordt gesproken over „een dag voor een jaar”, een regel bestaat die dit voorschrijft. Maar is dit werkelijk een regel? Het Inzicht-boek[10] zegt dat er in profetieën soms een dag voor een jaar geldt, en zelf neemt de Wachttoren "dagen" in profetieën in sommige gevallen letterlijk, en in andere gevallen niet. Er kan dus nauwelijks sprake zijn van een regel.

Het is juist dat Russell consequent "een jaar voor een dag" toepaste voor zijn uitleg van de profetieën aangaande de 2300, 1290 & 1335 dagen, maar zijn opvolger, Rutherford, maakte van de meeste uitleggingen weer letterlijke dagen, hoewel hij met de begin- en einddatum van deze periodes nog veel heen en weer schoof.

Vastgesteld kan worden dat de "jaar voor een dag regel" die de Wachttoren loslaat op de "zeven tijden" eenvoudig niet bestaat, en deze uitleg is dan ook volledig arbitrair.

Probleem #3: Een grotere vervulling?

De Wachttoren claimt dat er naast de directe vervulling van de profetie van de "zeven tijden" aan Nebukadnezar zelf nog een tweede vervulling van deze profetie zou zijn. De bijbel geeft voor die aanname echter geen aanleiding. In Daniël 4:25 en 4:33[11] wordt expliciet aangegeven dat dit alles aan Nebukadnezar vervuld werd. De claim dat de "zeven tijden" nogmaals toegepast kunnen worden op een ongerelateerde gebeurtenis in de verre toekomst is ongegrond.

Probleem #4: Duurde de "tijden der heidenen" werkelijk "zeven tijden"?

Jezus noemt in Lukas 21:24 geen lengte voor de periode van de "tijden der heidenen". Het Griekse woord voor "tijd" komt vele malen voor in de Griekse geschriften en is een algemeen woord, en de context van Lukas 21:24 geeft geen aanleiding om Jezus' woorden te verbinden met de "zeven tijden" van Daniël, waar de betekenis juist heel specifiek is. Het verband dat de Wachttoren hier ziet is dan ook pure speculatie.

Probleem #5: Begonnen de "tijden der heiden" in 607 v. G.T.?

Cruciaal voor de berekening om via 2520 jaar tot 1914 te komen is het beginpunt, 607 v.G.T. De Wachttoren dateert de val van Jeruzalem in dit jaar, staat hier echter volkomen alleen in, daar alle historische bronnen, inclusief tienduizenden kleitabletten met astronomische gegevens aantonen aan deze gebeurtenis 20 jaar later moet hebben plaatsgevonden, in 587/586 v.G.T.

Voor een gedetailleerde analyse van de Wachttoren claim dat Jeruzalem in 607 v.G.T. door Nebukadnezar zou zijn verwoest zie het artikel: 607 v.G.T. - De wankele basis van 1914

 

4. Conclusie

Eén zwakke schakel is genoeg om een ketting te doen breken. De keten van redeneringen die de Wachttoren toepast om a) de "zeven tijden" van Daniël te verbinden aan "de tijden der heidenen" in Lukas 21:24, b) van "zeven tijden" tot 2520 dagen te komen, c) deze dagen tot 2520 bijbelse jaren van 360 dagen te maken, d) van deze bijbelse jaren vervolgens jaren van 365 dagen op de Gregoriaanse kalender te maken, en e) deze 2520 jaren te laten beginnen in 607 v.G.T., deze keten bevat niet slechts één, maar vele zwakke schakels.

Nu blijkt dat de bijbel op geen enkele manier naar 1914 verwijst als een gekenmerkt of belangrijk jaar in de profetie, en Jezus dus niet over gebeurtenissen in 1914 gesproken kon hebben toen hij over de vervulling van de bestemde tijd der natiën, of tijd der heidenen, sprak, wat betekent dit voor de aanspraken van het Wachttoren Genootschap op de status van "Gods organisatie"?

Voetnoten:

 

  1. ^ o.a. De Wachttoren, 15 januari 2014, blz. 28
  2. ^ o.a. De Wachttoren, 15 januari 2014, blz. 13
  3. ^ Jehovah's Getuigen — Verkondigers van Gods Koninkrijk blz. 138-139; De Wachttoren, 1 januari 1988, blz. 21, § 8
  4. ^ De Wachttoren, 15 juli 2013, blz. 11
  5. ^ De Wachttoren, 1 september 1985, blz. 24
  6. ^ o.a. De Wachttoren, 15 januari 2014, blz. 13
  7. ^ o.a. De Wachttoren, 15 juni 2009, blz. 21; Onze Koninkrijkdienst september 2009, blz. 8
  8. ^ De volledige tekst van de bladzijden 216-218 uit Wat leert de bijbel echt? (druk 2012), luidt:

    "Zoals in Lukas 21:24 staat, zei Jezus: „Jeruzalem zal door de natiën worden vertreden totdat de bestemde tijden der natiën [„de tijden der heidenen”, Statenvertaling] zijn vervuld.” Jeruzalem was de hoofdstad van de joodse natie geweest, de regeringszetel van de lijn van koningen uit het huis van koning David (Psalm 48:1, 2). Maar onder de nationale leiders waren deze koningen uniek. Ze zaten op „Jehovah’s troon” als vertegenwoordigers van God zelf (1 Kronieken 29:23). Jeruzalem was dus een symbool van Jehovah’s heerschappij.

    Maar hoe en wanneer begon Gods heerschappij ’door de natiën vertreden te worden’? Dat gebeurde in 607 v.G.T., toen Jeruzalem door de Babyloniërs werd ingenomen. Er zat niemand meer op „Jehovah’s troon”, en de lijn van koningen die van David afstamden, werd onderbroken (2 Koningen 25:1-26). Zou dit „vertreden” oneindig doorgaan? Nee, want de profetie van Ezechiël zei in verband met Jeruzalems laatste koning, Zedekia: „Verwijder de tulband en zet af de kroon. . . . Ze zal stellig van niemand worden totdat hij komt die het wettelijke recht heeft, en ik moet het aan hem geven” (Ezechiël 21:26, 27). Degene die „het wettelijke recht heeft” op de kroon van David, is Christus Jezus (Lukas 1:32, 33). Het „vertreden” zou dus eindigen als Jezus Koning werd.

    Wanneer zou die belangrijke gebeurtenis plaatsvinden? Jezus liet zien dat de heidenen gedurende een vastgestelde periode zouden regeren. Het verslag in Daniël hoofdstuk 4 bevat aanwijzingen waaruit we kunnen opmaken hoe lang die periode zou duren. Het gaat over een profetische droom van Nebukadnezar, de koning van Babylon. Hij zag een reusachtige boom die werd omgehakt. De stomp kon niet uitlopen omdat er een band van ijzer en een band van koper omheen werden gelegd. Een engel zei: „Laten er zeven tijden over hem voorbijgaan.” — Daniël 4:10-16.

    In de bijbel beelden bomen soms regeringsmacht af (Ezechiël 17:22-24; 31:2-5). Het omhakken van de symbolische boom beeldt dus af hoe Gods heerschappij, die vertegenwoordigd werd door de koningen in Jeruzalem, onderbroken zou worden. Maar in het visioen werd meegedeeld dat dit ’vertreden van Jeruzalem’ tijdelijk zou zijn: voor een periode van „zeven tijden”. Hoe lang duurt die periode?

    Uit Openbaring 12:6, 14 blijkt dat drie en een halve tijd gelijk is aan „duizend tweehonderd zestig dagen”. Zeven tijden zouden dus twee keer zo lang duren, oftewel 2520 dagen. Maar 2520 dagen na de val van Jeruzalem hielden de heidense naties er niet mee op Gods heerschappij te „vertreden”. Deze profetie moet dus kennelijk een veel langere periode beslaan. Op grond van Numeri 14:34 en Ezechiël 4:6, waar wordt gesproken over „een dag voor een jaar”, kunnen we vaststellen dat de „zeven tijden” 2520 jaar zouden duren.

    De 2520 jaar begonnen in oktober 607 v.G.T., toen Jeruzalem door de Babyloniërs werd ingenomen en de Davidische koning van de troon werd gestoten. De periode eindigde in oktober 1914. Toen eindigden „de bestemde tijden der natiën” en werd Jezus Christus als Gods hemelse Koning geïnstalleerd. * — Psalm 2:1-6; Daniël 7:13, 14.

    Zoals door Jezus was voorzegd, wordt zijn „tegenwoordigheid” als hemelse Koning gekenmerkt door dramatische ontwikkelingen in de wereld: oorlog, honger, aardbevingen, pestilenties (Mattheüs 24:3-8; Lukas 21:11). Zulke ontwikkelingen zijn een krachtig bewijs dat in 1914 inderdaad Gods hemelse koninkrijk opgericht is en „de laatste dagen” van het huidige goddeloze stelsel begonnen zijn. — 2 Timotheüs 3:1-5."

  9. ^ Redeneren aan de hand van de schrift, uitgave 1993, blz. 88; Zie ook: Inzicht in de Schrift, deel 1, blz. 1181:

    "In profetieën wordt het woord „jaar” vaak in een speciale betekenis gebruikt als het equivalent van 360 dagen (12 maanden van elk 30 dagen) (Opb 11:2, 3). Een jaar wordt ook wel aangeduid als een „tijd” en soms symbolisch als een „dag”. — Opb 12:6, 14; Ez 4:5, 6.

  10. ^ Inzicht in de Schrift, deel 1, blz. 456:

    "In profetieën wordt een dag soms gebruikt voor een jaar. Dit blijkt uit Ezechiël 4:6: „Gij moet in het tweede geval op uw rechterzijde gaan liggen, en gij moet de dwaling van het huis van Juda veertig dagen dragen. Een dag voor een jaar, een dag voor een jaar, dat heb ik u gegeven.” — Zie ook Nu 14:34.

    In verband met profetieën wordt er soms een specifiek aantal dagen genoemd: 3,5 dag (Opb 11:9); 10 dagen (Opb 2:10); 40 dagen (Ez 4:6); 390 dagen (Ez 4:5); 1260 dagen (Opb 11:3; 12:6); 1290 dagen (Da 12:11); 1335 dagen (Da 12:12) en 2300 dagen (Da 8:14)"

  11. ^ De Nieuwe Wereld Vertaling hanteert in het boek Daniël een andere vers-indeling dan bijvoorbeeld de Nieuwe Bijbelvertaling van het NBG. Daniël 4:28 in de NWV correspondeert met 4:25 NBV, 4:33 NWV met 4:30.
comments powered by Disqus

Gerelateerd