Den Haag, vrijdag 12 februari 1999
Geachte leden van het bijkantoorcomité,
Helaas hebben mijn pogingen om het beroepscomité te overtuigen van de beoordelingsfouten door de gemeente ouderlingen gemaakt gefaald. Beide comités hebben mijn standpunt inzake bloed bijbels niet kunnen weerleggen. Ik leg mij neer bij een solide, goed onderbouwde weerlegging van mijn standpunt. Het Genootschap instrueert onderwijzers om duidelijke redenen voor een bepaalde zienswijze aan te dragen als zij personen helpen een standpunt in te nemen. Tot nu toe zijn mij geen bijbelse redenen aangedragen die het standpunt van het Genootschap inzake bloed ondersteunen.
Als men overtuigd is de waarheid in een kwestie te spreken en niemand kan deze "waarheid" weerleggen, dan is de grootste fout die men kan maken om zo een persoon uit de gemeente te sluiten. Dit is met mij gebeurd; een grote beoordelingsfout is gemaakt. Waarheid en oprechtheid zijn als afvalligheid bezien. Ik vraag nadrukkelijk, in het belang van de wereldwijde gemeenschap van Jehovahs Getuigen, om deze grote fout te erkennen en de onterechte stempel "afvallige" van mij te verwijderen!
Ik zal nog een keer mijn standpunt kenbaar maken en de volgende punten bespreken:
Waarom mijn standpunt inzake bloed in overeenstemming is met Gods Woord
Waarom ik vraagtekens zet bij het door het Wachttorengenootschap gehuldigde standpunt
Verontrustende ontwikkelingen
Mijn beroep op de Bulgaarse kwestie
1) Waarom mijn standpunt inzake bloed in overeenstemming is met Gods Woord
Mijn standpunt is dat de woorden uit Handelingen hoofdstuk 15 "onthoudt u van bloed" een herbevestiging zijn van de woorden gericht tot Noach zoals beschreven staat in Genesis hoofdstuk 9 vers 4. Noach werd het opzettelijk en zo maar eten van bloed verboden. Het was Noach niet verboden bloed op een andere manier te gebruiken.
Is het eten van bloed als een maaltijd hetzelfde als door middel van infuus toedienen van bloed? Voor broeders die een grote kennis van zaken hebben is de volgende eenvoudige illustratie om deze vraag te beantwoorden misschien overbodig:
Een man die door honger stervende is, kan gered worden door voedsel te eten, ook als hij dit voedsel intraveneus toegediend krijgt. Zal deze van honger stervende man gered worden als hij bloed intraveneus krijgt toegediend? Nee, hij zal verder verzwakken en uiteindelijk sterven omdat de intraveneuze infusie van bloed geen voedingswaarde verschaft die het eten van hetzelfde bloed wel verschaft zou hebben. Dus als de van honger stervende man bloed zou eten zou hij overleven! Maar, als hij het bloed via een intraveneuze infusie toegediend zou krijgen, zou hij beslist sterven. Er is dus een enorm verschil tussen het eten van bloed en het via een intraveneuze infusie toedienen van bloed. Een infusie met bloed is dus niet in strijd met Genesis hoofdstuk 9 vers 4, en daarom ook niet in strijd met Handelingen hoofdstuk 15, en daarom ook geen reden om iemand voor het bekendmaken van dit feit uit de gemeente te sluiten!
Mijn weloverwogen keuze om in overeenstemming met dit standpunt een infusie met bloed te aanvaarden is gebaseerd op een grondige studie van Gods Woord. Mocht u mij duidelijk kunnen aantonen dat het eten van bloed en het intraveneus toedienen van bloed hetzelfde zijn, dan zal ik mijn standpunt zeker wijzigen en u dankbaar zijn voor uw correctie!
2) Waarom ik vraagtekens zet bij het door het Wachttorengenootschap gehuldigde standpunt inzake bloed.
Het huidige standpunt inzake bloed zoals weergegeven in onze lectuur is, met alle respect, inconsequent en bijbels op geen enkele manier te staven.
Het Genootschap staat tolerant tegenover het gebruik van sommige bloedcomponenten, en intolerant tegenover andere bloedcomponenten. Hoe wordt bepaald welke bloedcomponenten zijn toegestaan en welke niet? Wat is de bijbelse grond voor dit gegoochel met bloedcomponenten? Waarom staat men intolerant tegenover plasma? Plasma is het grootste bestanddeel van het bloed, en bestaat voor plus minus 92% uit water, en voor de rest uit Albumine, Immunoglobuline en stollingsfactoren. Het merkwaardige is hier echter, dat al de bestanddelen van het plasma, met uitzondering van water, wél worden getolereerd! .Kan iemand mij deze inconsequentie verklaren? Tot nu toe is dat nog niemand gelukt. De ouderlingen van beide comités durfden niet eens te reageren op deze kwestie. Wie zwijgt stemt toe.
Ongeveer 0,1% van het bloed bestaat uit witte bloedcellen. In het totale bloedvolume vrijwel verwaarloosbaar, wordt echter niet getolereerd. Moedermelk bevat meer witte bloedcellen dan bloed. Als de redenatie wordt toegepast dat alle bloedcomponenten die van moeder naar kind worden overgedragen aanvaardbaar zijn; zou dit zeker moeten gelden voor witte bloedcellen.
De meeste witte bloedcellen bevinden zich niet in de bloedbaan, maar in de organen en weefsels (ongeveer 97-98%). Orgaantransplantaties worden wel getolereerd. Welke bijbelse basis is er om een infusie met witte bloedcellen niet te tolereren?
De geschiedenis van de bloedkwestie laat zien dat ook het Besturende Lichaam er nog niet uit is en nog steeds twijfels heeft:
1925 - Personen die bloed afstaan voor transfusie worden geprezen (Golden Age, 7/29, p. 683, #52).
1945 - Bloedtransfusies en bloedproducten worden officieel verboden (Watchtower 7/1/45, p. 198-201).
1958 - Verschillende bloedserums worden overgelaten aan het geweten (Watchtower 9/15/58, p.575).
1961 - Het accepteren van bloed of een verboden bloedproduct wordt gesanctioneerd met uitsluiting (Watchtower 1/15/61, p. 63-64).
1961 - Persoonlijkheidskenmerken, de drang om te moorden en zelfmoord te plegen worden overgebracht door bloed (Watchtower 9/15/61, p. 564).
1963 - Na vijf jaar wordt de versoepeling uit 1958 weer teruggedraaid; bloed en bloedserums zijn weer verboden (Watchtower 2/15/63, p. 124).
1974- Weer een complete omdraai. Bloedserums worden weer aan het geweten overgelaten (Watchtower 6/1/74, p. 352).
1975 - Ware christenen mogen ook al zijn zij hemofiliepatiënt geen stollingsfactoren gebruiken (Awake 2/22, p.30, #74).
1978 - Hemofiliepatiënten mogen nu wel stollingsfactoren gebruiken (Watchtower 6/15/78, p. 30-31).
1997 - Nadat een plaatselijk Ziekenhuiscontactcomité ruggespraak met Brooklyn heeft gehouden, wordt een patiënt in Australië toegestaan een nieuwe therapie te ondergaan die gepaard gaat met de transfusie van witte bloedcellen. Deze procedure wordt "autografting" genoemd, en klinkt meer als transplantatie dan als transfusie. Reguliere transfusies worden echter nog steeds niet toegestaan.
1998 - Uit een begin maart 98 gepubliceerd communiqué van de Europese Commissie van de rechten van de mens blijkt dat de Bulgaarse regering en Jehovah's Getuigen elkaar hebben gevonden in een zogenaamd friendly settlement. Het Wachttorengenootschap moet in de statuten vermelden dat leden en hun kinderen een vrije keuze moeten hebben ten aanzien van bloedtransfusies, zonder dat de organisatie daarop enige controle uitoefent of sancties treft.
Met betrekking tot de bloedkwestie is het licht van het Wachttorengenootschap geen licht geweest dat steeds helderder is gaan schijnen; het is meer een flikkerend licht geweest. Is het dan niet logisch dat wereldwijd steeds meer broeders en zusters hardop of stilzwijgend de goddelijke interpretatie van de bloedkwestie in twijfel trekken, en gewetensvol een standpunt innemen die wel op een juiste kennis van zaken is gebaseerd?
Laten de broeders van Het Besturende Lichaam niet de fout blijven maken door dit gewetensvolle standpunt met afvalligheid te verwarren. Zoals de Wachttoren van 1 oktober 1994 bladzijde 31 te kennen gaf, is het besluit van sommigen die het met hun geweten in overeenstemming konden brengen bepaalde bloedcomponenten te aanvaarden, van invloed geweest op het besluit deze bloedcomponenten te tolereren. Wat dan als sommigen ook andere bloedcomponenten aanvaarden, zonder hun geweten geweld aan te doen? Ik hoop dat ook het besluit van déze sommigen van invloed mag zijn op de toekomstige beslissingen van het Besturende Lichaam.
De Wachttoren van 15 maart 1986 meldt het volgende op bladzijde 18: "Laten wij een ander voorbeeld nemen. Af en toe hoort u misschien dat iemand betwijfelt of het schriftuurlijke verbod inzake het eten van bloed wel echt op transfusies van toepassing is." Dit werd al meer dan tien jaar geleden opgemerkt. Waar zijn de deugdelijke antwoorden gebleven? Het artikel vervolgt: "Maar wat steekt er achter die redenatie? Is het vrees vrees dat men misschien zijn huidige leven of het leven van een geliefde zal verliezen? Is de hoop op de opstanding aan het tanen?" Deze redenen steken niet achter deze redenatie. Deze redenatie is op feiten gebaseerd. De enige gepaste vrees is de vrees dat personen onnodig zullen sterven. Het artikel vervolgt: "Getrouwe christenen schipperen niet ten aanzien van Gods wet en zoeken ook geen manieren om die af te zwakken." Dit is geen schipperen met Gods wet; dit is Gods wet zien zoals deze bedoeld is. Ook is het geen afzwakken van Gods wet; Gods wet heeft alleen betrekking op het eten van bloed. Tot slot vervolgt het artikel: "Zich onthouden van bloed als voedingsmiddel voor het lichaam is even noodzakelijk als zich onthouden van hoererij en afgoderij, overtredingen van Gods wet die alle in dezelfde door de geest geleide beslissing van de apostelen en oudere mannen in Jeruzalem worden veroordeeld." Dit is, al is het niet zo bedoeld, de juiste zienswijze; "zich onthouden van bloed als voedingsmiddel voor het lichaam" wordt in Handelingen inderdaad veroordeeld. Een infusie met bloed is dus niet in strijd met Handelingen hoofdstuk 15.
De bloedkwestie wordt door de broeders als een "belangrijk kenmerkend geloofspunt" gezien. In wezen is deze kwestie geen belangrijk kenmerkend geloofspunt, ze is tot een belangrijk kenmerkend geloofspunt verheven. Was de bloedkwestie bij de christenen in de eerste eeuw een belangrijk kenmerkend geloofspunt? Op het moment dat de broeders inzien dat de bloedkwestie een gewetenskwestie is net als een orgaantransplantatie een gewetenskwestie is, dan is de bloedkwestie geen kwestie meer en zeker geen "belangrijk kenmerkend geloofspunt". Bestaat er nu een "orgaankwestie" die een "belangrijk kenmerkend geloofspunt" is? Wees daarom redelijk en zie mijn standpunt niet als het afvallig zijn met betrekking tot een "belangrijk kenmerkend geloofspunt".
3) Verontrustende ontwikkelingen
Tot nu toe worden, jammer genoeg, de ogen gesloten voor de overtuiging die steeds meer Jehovahs Getuigen inzake de bloedkwestie hebben. Mij bereiken veel berichten van broeders en zusters wereldwijd die hun vreugde verliezen omdat er niet gereageerd wordt op hun oprechte bezorgdheid over de inconsequente kijk op bloed die in onze lectuur wordt beschreven. Ook de Bulgaarse kwestie doet niet veel goeds. Er blijkt dat het ventileren van een andere kijk op bloed geen onrust en verdeeldheid veroorzaakt; maar juist het uit de gemeente sluiten van deze gewetensvolle personen veroorzaakt onrust. Hierdoor verliest men het vertrouwen in de Organisatie. Helaas vervallen vele Getuigen tot inactiviteit als men ziet dat personen die de moed hebben voor hun mening uit te komen worden uitgesloten. Ik heb mijn mening hardop durven zeggen; velen hebben dezelfde mening maar houden die voor zichzelf; niet omdat zij geduld hebben, maar omdat zij bang zijn ook uitgesloten te worden. Deze ontwikkelingen zijn er mede de oorzaak van dat in veel landen het aantal verkondigers terugloopt. Herders pas op je schaapjes!
4) Mijn beroep op de Bulgaarse kwestie
De brief die u over de Bulgaarse kwestie geschreven heeft gaf aan dat het communiqué alleen stelde dat er geen automatische uitsluiting op het nemen van een bloedtransfusie zal volgen. Dit is natuurlijk een zwak en ontwijkend antwoord. Men wordt inderdaad nooit automatisch uitgesloten; men kan berouw hebben. Restricties zijn duidelijk ook sancties. "Zonder enige controle of sanctie" houdt in dat men helemaal geen rechtelijk comité samenstelt. Uitspraken met betrekking tot Jehovah's Getuigen gedaan door van de Europese Commissie van de rechten van de mens zijn volgens de nieuwe Russische site van het Genootschap ([inmiddels off-line]) voor heel Europa geldig. Dus de uitspraken van de Europese Commissie van de rechten van de mens inzake Bulgarije zijn ook geldig in Nederland. Vandaar dat ik mij op de Bulgaarse kwestie beroep:
Hierbij beroep ik mij op de Bulgaarse kwestie en eis dat mijn standpunt inzake bloed, en het uiten van dat standpunt, gevrijwaard dient te worden van elke sanctie.
Hopend duidelijk geweest te zijn dat er een grote beoordelingsfout is gemaakt, wens ik u onderscheidingsvermogen. Gaarne uw reactie op dit protest tegen mijn uitsluiting persoonlijk tot mij te richten.
Hoogachtend,
Rado Vleugel